Een klein woordenboek met voetbal termen. In dit woordenboek ontdek jij wat je nog niet wist.
- Around the world – Een straat voetbal truc. Je draait een rondje om te bal met je voet. Terwijl de bal in de lucht is.
- Assist – Een goede pass of voorzet geven waaruit een medespeler scoort.
- Cardgame – Een kaartspel.
- Combo – Het Engelse woord voor combinatie.
- Corner – Het Engelse woord voor hoekshop.
- Derby – een wedstrijd tussen twee (meestel rivalen) clubs uit dezelfde stad, of uit dezelfde regio. Deze wedstrijden hebben een speciale naam gekregen omdat ze meestal extra beladen zijn.
- FC 1 for all – Een variatie op het bestaande spel Footballastic.
- FC 3 rounds – Een variatie op het bestaande spel Footballastic.
- FC Assist – Een niet bestaande voetbalclub die bedacht is voor dit spel.
- FC Combo – Een niet bestaande voetbalclub die bedacht is voor dit spel.
- FC Gamble – Een variatie op het bestaande spel Footballastic.
- FC Level – Een variatie op het bestaande spel Footballastic.
- FC Skill – Een niet bestaande voetbalclub die bedacht is voor dit spel.
- Footballastic – Kunstvorm voetbal, ook wel kunstgevoel genoemd. Beheersen van een bepaalde vaardigheid.
- Gamble – De Engelse woord voor Gokken.
- Gele kaart – Je krijgt een waarschuwing.
- Hattrick – Als een voetballer in één wedstrijd drie doelpunten maakt.
- Joker – Grappenmakker. De Joker is een speciale kaart. Je kunt hem vaak op handige manieren inzetten in het spel.
- Keeper – Het Engelse woord doelman.
- Levels – Verschillende niveau.
- Lummelen – Tijdens het spel lummelen probeert de lummel de bal af te pakken van de tegenstanders.
- Multiplayer – Met meerdere voetballers te spelen.
- Muurtje – voetballers die bij een vrije trap van de tegenstander op een rijtje gaan staan. Zo vormen ze een muur. Daarmee maken ze het de tegenstander lastiger om te scoren.
- Panna – Een straat voetbal truc. Is een beweging waarbij een voetballer de bal tussen de benen van de tegenstander door schiet.
- Rainbow -Een straat voetbal truc. Je speel de bal met je hak over jezelf heen.
- Rode kaart – Je slaat een ronde over.
- Schwalbe -Een Duitse term voor ‘val’ na een zogenaamde overtreding, vaak in het strafschopgebied, zodat er misschien een penalty wordt gegeven.
- Score – De Engelse woord voor doelpunt.
- Singleplayer – Een spel wat je alleen doet.
- Skill – Vaardigheid, het goed uit kunnen voeren van bepaalde truc’s.
- Skillcup – Een trofee, beker.
- Transfer – De overgang van een voetballer naar een andere vaak betere club.
- VAR – Video Assistant Referee is een scheidsrechter die, buiten het veld, de scheidsrechter kan helpen met het nemen van beslissingen tijdens de wedstrijd.
- Wissel – Het vervangen van een voetballer. Vindt altijd plaats in het midden van het veld; Wanneer een voetballer is gewisseld mag deze niet meer in het veld komen.
Staat er nog iets bij wat wij moeten toevoegen? neem dan contact op: hier!